Gitta geeft het volgende antwoord en is lovend over Gouda: ‘Het gaat goed omdat ik duidelijke doelen stel en daar weloverwogen mee bezig ben. Mijn verhuizing naar Nederland heb ik indertijd goed voorbereid, door eerst Nederlands te leren, naast mijn studie pedagogiek. Ik was getrouwd met een Amsterdammer en hij kwam voor mij naar Berlijn, maar kon daar niet aarden. Amsterdam was in die tijd beter dan Berlijn, vond hij. Het was natuurlijk de hippietijd. Dingen moesten veranderen, met meer vrijheid, je moet niet alles klakkeloos slikken. Dus toen ik eenmaal in Amsterdam was, ben ik actief geworden in de politiek, bij de Rooie Vrouwen. Als je iets wilt veranderen, moet je ook verantwoordelijkheid nemen. Niet alleen erover praten, maar ook iets doen.
Als kind heb ik moeten vechten om te bereiken wat ik wilde. Na de oorlog hadden mijn ouders geen geld om mij als meisje te laten studeren. Wel leren, maar niet studeren. Dus toen ben ik vertrokken naar Berlijn, met het idee: als ik het hier niet voor elkaar krijg, dan moet ik ergens anders heen. En daar ben ik toch gaan studeren. Het zijn geen onrealistische doelen die ik stel, ik kijk wat haalbaar is, wat wenselijk en hoe ik het voor elkaar krijg. En krijg ik het niet zo voor elkaar, dan probeer ik het anders. Ik zag altijd uitdagingen, in mijn leven, in mijn werk, om dingen te veranderen. Bijvoorbeeld om een huis te kopen in Amsterdam, om te verbouwen. Dat vond ik best eng. Of ik zag dat de kinderen op school, een montessorischool, steeds dezelfde dingen deden en niet vooruit kwamen. Toen ben ik een dag in de week de lerares gaan helpen, om met de kinderen de tafels en het alfabet te oefenen.
Na mijn scheiding wilde ik ergens wonen waar ik het prettig heb en een stad die internationaal ook goed bekend staat, vanwege mijn werk. En Amsterdam had een negatieve bijklank, internationaal. Ik werkte bij de Erasmus Universiteit, dus zocht ik eerst in Rotterdam. Maar als de huizen mooi waren van binnen, hadden ze tralies van buiten. Dat vond ik niks, ik wilde mezelf niet opsluiten. De makelaar raadde me aan om in Gouda te kijken. Die stad heeft een goede naam in het buitenland, dacht ik, vanwege de kaas bijvoorbeeld. Dus veertien jaar geleden heb ik hier een huis gekocht. En ik woon er met plezier. En met mensen uit het buitenland ga ik altijd naar de markt. Als je met jezelf in harmonie leeft, dan trek je ook zulke mensen weer aan. Ik heb jarenlang yoga gedaan, om een balans te hebben tussen werk en mijn gezondheid. Na een knieoperatie lukte dat niet meer, dus ben ik op pilates. Ik heb oog voor gezond leven, voor conditie. Ik heb altijd gelezen, probeerde rustmomenten in te plannen. Wat kan ik doen om te aarden? Daarom gaat het goed.’