Toen ik André vroeg of hij mee wilde doen aan het project, reageerde hij terughoudend. Uiteindelijk ging zijn grote zonnebril af en raakten we in gesprek. Hij gaf me een uitgebreid openhartig antwoord. Na afloop gingen we als vrienden weer uit elkaar. Dat was en is mooi te zien in de film die er over het project is gemaakt.
André; ‘Ja, dat is geen eenvoudige vraag die je me stelt. Daar zou ik makkelijk van kunnen dichtslaan. Maar het gaat goed met me, omdat ik vrij onverwachts een paar maanden geleden ben verhuisd. Ik heb vijfentwintig jaar op een adres gewoond waar ik in het begin met veel plezier woonde. De laatste jaren waren verschrikkelijk vanwege de overlast van een buurt die steeds minder werd. Er kwam steeds meer rommel en het straatbeeld leek wel op een grofvuil stortplaats. Het werd ook steeds onveiliger en uiteindelijk heb ik ook dankzij anderen in mijn familie de beslissing genomen om daar weg te gaan. Dat was een hele grote ingreep voor mij. Ik had namelijk al die jaren als een soort kluizenaar geleefd.
Bijna ongemerkt had ik me steeds meer teruggetrokken in mijn huis. Ik was bang geworden voor mensen. Bang om contact te maken. Vooral ook naar vrouwen toe. Ik was bang om ze dichterbij te laten komen, want dat was allemaal moeilijker geworden. Mijn familie maakte zich zorgen en dat heeft er zeker toe bijgedragen dat ik heb kunnen verhuizen. Zij zagen dat ik steeds verder naar binnen keerde. Ik begin ook ouder te worden, dus beter zou het er niet op gaan worden. Ik woonde op een bovenverdieping met een hele lage huur en toen kwam er een huisje voorbij en kon ik ondanks de stress toch daarvoor kiezen.
Nu begin ik al te voelen hoe goed die verhuizing en deze andere plek voor me zijn. Ik ga meer naar buiten toe en schrik er niet meer van als er aangebeld wordt. Ik maak weer makkelijker contact en dat merk ik ook op mijn werk met mijn collega’s. Ik ben vrijer en makkelijker geworden.
Daarnaast heb ik inmiddels, alweer zes jaar geleden op mijn werk in de Botlek een zwaar ongeluk gehad door een stroomstoot door mijn lijf. In het ziekenhuis vertelden ze me dat ik helemaal dood had moeten zijn, maar dat was ik dus niet. Ik werd afgekeurd en hoefde niets meer te doen. Dat maakte het extra moeilijk en ik had daarna ook wel een doodswens. Dankzij mijn interesses bleef ik echter doorgaan. Ik hou heel erg van klassieke muziek en daar luisterde ik veel naar. Verder ben ik door blijven gaan met een vechtsport. Ik heb de kracht gehad om dat te blijven doen. Maar vooral dankzij de muziek waar ik dagelijks naar luisterde ben ik er doorheen gekomen. Inmiddels heb ik tegen alle verwachtingen in weer een baan. Met leuke collega’s en ik voel me bijzonder. Ik heb stappen genomen die ik niet voor mogelijk had gehouden.’