Anita staat midden op de markt. Ze valt vanwege haar vrolijk gekleurde jurk direct op. Ik vraag haar waarom het goed met haar gaat.
‘Mijn vader is veel te vroeg overleden en daardoor werd het mij een beetje teveel in het leven. Ik werd ziek omdat ik veel te veel sherry dronk en heel weinig at. Ik heb toen een epileptische aanval gehad en was heel mager geworden. Op een goede dag zat in een bar een man tegenover mij en die zat mij de hele tijd aan te kijken en toen opeens zei hij, ‘meisje als je zo doorgaat, dan word je niet oud.’ Ik ben zo geschrokken die avond en daarna werd alles anders voor me. Ik liet dat wilde uitgaan achter me. Ik ben toen mijn zangstudie weer op gaan pakken en ben in de operette- wereld van Rotterdam terecht gekomen. Dat zingen in de operette is toen mijn grote passie en mijn nieuwe leven geworden. Daarnaast ben ik getrouwd met een voetballer en kreeg ik een zoon. Ook na mijn trouwen ben ik operette blijven doen. Ooit heb ik ook voor de radio gezongen. Ik zing nog steeds veel en dansen doe ik ook nog steeds. Nu heb ik het best naar mijn zin. Mijn overbuurman is een hele goede vriend geworden. Hij speelt een beetje accordeon. Zijn hond en mijn kat kunnen het ook goed met elkaar vinden. Ik ben altijd positief. Mijn knieën zijn versleten, maar als ik ga dansen heb ik daar geen last van.’