‘Ik heb vandaag een leuke dag met vrienden, op school en nu hier in de stad. We hebben ook een fijn weekend gehad bij familie en ook daar weer leuke dingen gedaan. Als ik iets wil met vrienden, dan spreek ik met ze af en dan gaan we leuke dingen doen en is het gewoon gezellig. Meestal ga ik naar iemand anders toe, maar soms ook bij mij en we gaan ook wel eens ergens logeren met elkaar. Ik zat op voetbal, maar door een knieblessure mag ik dat niet meer. Pas als ik achttien ben kan ik weer voetballen.’