Het gaat goed in mijn leven, omdat ik alles kan doen wat ik wil. Ik heb vroeger altijd hard gewerkt. We waren met z’n drietjes of met z’n viertjes bij dat bedrijf. Ik was de jongste en moest altijd de ouderen helpen. Ik was elektricien en er was veel nieuwbouw en toen nog veel werk. Volgens mij was het vroeger gemoedelijker, nu moet het in de bouw veel sneller. Een geintje is er niet meer bij. Het lijkt wel of de concurrentie steeds groter is geworden en daardoor strakker. Nu ben ik met pensioen en gaan we vaak naar de caravan toe. Naast mijn werk voetbalde en fietste ik veel. Het was leuk om in een team te zitten. Een tijdje geleden heb ik een herseninfarct gehad. Ik heb drie dagen op de intensive care gelegen. Ik weet er niets meer van, maar daarna moest ik weer leren praten en ik heb een half jaar gerevalideerd. Maar nu gaat het weer goed. Ik bleek wel doorzettingsvermogen te hebben. Want het ging niet vanzelf. Tegenwoordig doe ik ook vrijwilligerswerk. Op maandag zit ik altijd bij de oude van dagen vrouwtjes in de school. Ja, ik vind het leuk om te helpen. Ik zet koffie en we doen een spelletje, sjoelen en dat soort dingen. Ja vrijwilligerswerk is leuk en gezellig. Je kan eens wat tegen ze zeggen, maar ze verstaan toch de helft niet. Je komt eens onder andere mensen, want hier op de markt hebben ze het toch alleen over voetbal. De ene helft is voor Ajax en de andere helft is voor Feyenoord.